Deze eigenaardige figuur, bedekt met een stuk wit doek, beweert een profeet te zijn en kondigt het einde van de wereld aan iedereen die wil luisteren. Deze vogel des onheils beweert dat hij de enige meester is na God en gaat bij zijn alarmerende opmerkingen vergezeld van slagen op een gong, een instrument dat hij in zijn hand houdt. Maar zijn aanwezigheid verontrust meer dan dat het hem zorgen baart. Hij wordt gered door een verpleegster en zal waarschijnlijk worden geïnterneerd vanwege zijn preken.
EEN PAK DAT AAN DE VERWACHTINGEN VOLDOET
In het verhaal van De Geheimzinnige Ster komt Philippulus een paar keer voor. Na een eerste passage die even vluchtig als verontrustend is, duikt het bijzondere personage bij een bocht in de straat weer op. Dat is een schok voor de lezer. Degene die zichzelf als profeet aan het volk op de boulevard had aangekondigd, is nu gehuld in een stuk stof dat net zo goed een laken zou kunnen zijn. Hij gaat bij zijn alarmerende opmerkingen vergezeld van het slaan op de gong die hij in zijn hand houdt. Kuifje is niet de laatste die verrast is door deze originele prestatie. De verslaggever heeft het ongeluk een gesprek te beginnen met de vreemde wetenschapper die hem naar huis volgt.
"Je suis Philippulus le Prophète, et je vous annonce que des jours de terreur vont venir !"
NAAR PHILEMON SICLONUS... DE TWEEDE IN ZIJN SOORT
De ontwerpers van deze uitzonderlijke collectie Kuifje-beeldjes hadden in hun selectie van extravagante personages al enkele hooggeplaatste wetenschappers opgenomen, meer of minder excentriek, meer of minder geestelijk gezond. We moeten erkennen dat Hergé de wereld van wetenschappers doorgaans op een nogal karikaturale manier afbeeldt, zowel wat hun handelingen als hun fysieke verschijning betreft.
Philippulus vormt hierop geen uitzondering en presenteert zichzelf op een zeer eigenzinnige manier aan ons. De astronoom met de enorme schedel en neus is niet gemakkelijk in drie dimensies voor te stellen. De overgang van het getekende kader naar het object brengt een aantal specifieke problemen met zich mee met betrekking tot het respecteren van de door de ontwerper gebruikte verhoudingen, volumes en massa's.
Hetzelfde geldt voor de grootte van het personage, gezien de zeer specifieke positie van zijn lichaam tijdens deze korte scène.
Referentie
Jaar
Album
Pagina
Prijs
XXXXX
2013
De Geheimzinnige Ster
07, D2
€ 27,50
PHILIPPULUS KONDIGT HET EINDE VAN DE WERELD AAN
De gekke profeet is geïnspireerd op een vriend van Hergé.
Dit is de straf! Doe boete!... Het einde der tijden is gekomen!” Hoewel het personage Philippulus de Profeet slechts kort verschijnt aan het begin van De Geheimzinnige Ster, is het zeer indrukwekkend. Zoals vaak het geval is bij het kiezen van de naam of verschijning van een nieuw personage, putte Hergé uit persoonlijkheden uit zijn omgeving. En koos, door er een Latijnse uitgang aan toe te voegen, de naam Philippe Gérard. Een jeugdvriend, ook al was deze keuze in 1941 er één van bitterheid en breuk. Op zestienjarige leeftijd zat Philippe Gérard, Haviksoog, in dezelfde scoutsgroep als Hergé en deelde hij met hem het plezier van amateurtoneel. Terwijl hij al een bijtende pen hanteerde in studentenkranten, kreeg de jonge jongen de bijnaam Flupke, een verkleinwoord van Philippe in Brussel. Dit inspireerde ongetwijfeld Hergés keuze voor Quicks sidekick, twee straatschoffies wier avonturen hij samen met die van Kuifje beschrijft. ""Flupke" Gérard maakt deel uit van de kleine kring van gelovigen: scoutsvakanties in Duitsland, vervolgens Spanje aan het begin van de jaren dertig, maar ook picknicks in het gezelschap van de verloofde van de tekenaar, Germaine Kieckens.
Waarschijnlijk de bedenker van het woord "Syldavië"...
Maar de man is ook een uitstekende gesprekspartner voor het uitwisselen van ideeën over Kuifjes volgende avonturen op korte termijn. Wanneer Hergé zijn held eropuit stuurt om een klein land te verdedigen tegen een hebzuchtige indringer, deelt hij zijn avonturenplannen met Gérard. In die tijd heette het kleine land nog Sylduria... Het is duidelijk dat Gérard Hergé massaal van ideeën voorzag. Hij had al een beeld van kalisteen, een radioactieve substantie die metalen doet smelten. In dit verhaal wordt het niet meer gebruikt, maar het zal opnieuw worden gebruikt, onder een andere spelling en in de vorm van een zeldzaam metaal dat de kern vormt van De Geheimzinnige Ster. Zoals de briefwisseling tussen de twee vrienden bewijst, was het waarschijnlijk Philippe Gérard die de naam Syldavië bedacht en de dictator Müsstler aan Mussolini en Hitler koppelde...
Het is duidelijk dat de twee vrienden dezelfde visie op de wereld delen, een ideaalbeeld voor scouts, misschien een beetje uitgewerkt. In juni 1941 ontstond er echter een hevige ruzie tussen de twee. Philippe Gérard was het niet eens met Hergés keuze om te publiceren in Le Sour "volé" (De "gestolen" Le Soir), zo genoemd omdat het onder Duitse censuur viel. Hergé is van mening dat hij zich verre houdt van propaganda door kinderen te vermaken en volwassenen af te leiden. De breuk zal helaas voltooid en definitief zijn.....
DE ALLEREERSTE KEER
Vanaf de allereerste beelden van De Geheimzinnige Ster is de sfeer geladen. Het is zo warm dat Milou zich op de derde dag van de publicatie van dit nieuwe avontuur al afvraagt "waarom het zo warm is." Kuifje gaat naar het Meteorologisch Observatorium van Ukkel, in de buitenwijken van Brussel, om met de directeur te praten.
In dit verontrustende klimaat doorkruist hij verlaten gangen waar al het leven verdwenen lijkt. Onderaan de trap komt hij een vreemd figuur tegen. De man, geheel in het zwart gekleed, lijkt bezeten te zijn door een vaststaand idee: dat van de 'straf' die de aarde en de mensen binnenkort zullen ondergaan.
Een paar weken later vond Kuifje hem op straat, met een gong in zijn hand. Daar maakte hij zijn naam bekend aan de verbijsterde bevolking: Philippulus de Profeet.
PHILIPPULUS IS DE STEM VAN HET ONGEMAK
Duistere voorspellingen en onverklaarbare verschijnselen grijpen de lezer vast in de zinderende hitte van De Geheimzinnige Ster.
Als Hergé zijn vriend afschildert als een gekke wetenschapper, komt dat ongetwijfeld doordat Philippe Gérard in zijn kennissenkring de gewoonte had om te hameren op het toenemende Duitse gevaar. Hun breuk komt voort uit het feit dat Gérard niet accepteert dat Hergé onder controle van de bezetter publiceert. Tijdens een reünie van oud-studenten stijgt de toon. "Als u het niet eens bent (met wat er in deze krant staat), zeg dat dan en laat het zien", schreef Gerard. Hergé wil daarentegen "zijn hoofd koel houden" en is "noch een duitsgezinde, noch een anglofiel". De tekenaar is van plan trouw te blijven, zoals hij dat zijn hele leven zal blijven, aan de standpunten van zijn koning, Leopold III, die weigerde te protesteren tegen het Duitse beleid. Een debat dat families verdeelde tijdens de bezetting en dat nog steeds verdeelt...
Het is dan ook met bittere inkt dat Hergé het portret van Philippulus tekent, die "het einde van de wereld en dagen van terreur" voorspelt. Is het ware profetie? Professor Calys en zijn assistent bevestigen zijn visie door te stellen dat de vuurbal die de atmosfeer opwarmt, inderdaad de volgende dag de wereld zal vernietigen.
Maar Hergé overdrijft vervolgens: had zijn eerste voorspelling die van een wetenschapper kunnen zijn, daarna lijkt hij zijn verstand te zijn verloren. Hij kleedt zich in een geïmproviseerde toga en bewapent zich met een gong om de bel te luiden, roept Satan aan als Kuifje hem adviseert om naar bed te gaan en kondigt zelfs cholera en de pest aan, voordat hij bijna de Aurora laat ontploffen...
Een verrassende mix van droom en werkelijkheid
Philippulus is dus inderdaad een valse profeet. Zoals degenen tegen wie Jezus waarschuwt in het Evangelie van Matteüs en die "velen zullen misleiden." En die de apocalyps belooft, zoals beschreven in de tekst van Johannes van Patmos... die later de definitieve oplossing van De Schat van Scharlaken Rackham zal bekendmaken. Zoveel lichtjes bijtende knipogen naar Gérard, die ze moet opvatten als kritiek: "Ook jij bent een valse profeet die buitensporige rampen belooft."
Deze discrete persoonlijke afrekening verandert op geen enkele manier de kracht van het verhaal: door deze valse profetieën met de rol van Calys, een officieel geestelijk gezonde wetenschapper die er trots op is dat hij het einde van de wereld heeft berekend. Door de angst van de mensen te laten zien, door de hitte op mensen te laten drukken en door Kuifjes droom met de werkelijkheid te vermengen, slaagt Hergé erin de sfeer van het moment, doorspekt met bedreigingen, over te brengen. Voor de burgers van die tijd werden de ontberingen steeds groter, krijgsgevangenen keerden niet terug en de vervolging van Joden en verzetsstrijders nam toe. Het is moeilijk om de chaos in De Geheimzinnige Ster niet te zien als een metafoor voor deze tijd...
DE VERBAZINGWEKKENDE VOORSPELLING VAN GARGOYLE VII
Een profeet? Philippe Gérard was het waarschijnlijk een beetje: in 1930 schreef hij een verbazingwekkend voorspellende tekst over zijn vriend, die alleen nog maar Kuifje in het land van de Sovjets had gepubliceerd: "Er komt een dag waarop reproducties van zijn tekeningen voor astronomische prijzen verkocht zullen worden en waarop de gelukkige bezitters van originele exemplaren zullen worden aangevallen door individuen met dodelijke wapens die zullen proberen deze onbetaalbare bezittingen van hen te stelen. [...] Ik zie hoe Hergé in een standbeeld is veranderd [...] Ik zie de steden van België strijden om de eer hem geboren te hebben zien worden, de landen van de hele wereld om de eer hem te hebben verwelkomd [...] Ik zie hoe Hergé in het nageslacht terechtkomt, in de geschiedenis en in de legende".
"ENIGE MEESTER NA GOD"
Philippulus komt in een dertigtal panelen van De Geheimzinnige Ster voor, maar dit verontrustende personage zal een blijvende indruk achterlaten bij jonge lezers.
Bij zijn eerste verschijning op de trappen van de Sterrenwacht draagt Philippulus het zwarte kostuum van een onheilspellende vogel. Hij kijkt verdwaasd en mompelt onverstaanbare zinnen over 'straf'.
Even later, als het asfalt begint te smelten, verschijnt Philippulus weer om de hoek, gehuld in zijn tuniek, en profeteert over het einde van de wereld.
Hij zal zelfs toestaan dat hij in de dromen van Kuifje rondwaart, en het zal acht slingerbewegingen kosten om Kuifje uit deze nachtmerrie te redden. De held is nog niet klaar met hem...
Toen het uiteindelijk tijd was om aan boord te gaan van de Aurora richting de Noordpool, kwam Philippulus weer boven water. Gekleed in zijn mooiste pak klom hij naar de top van het schip en beschouwde zichzelf vanaf dat moment als "de enige meester na God" over het lot van de mensheid.
Kuifje neemt de stem van God de Vader over en zal inspelen op diens mystieke blindheid om met hem te kunnen redeneren. En hem terugsturen naar het gekkenhuis, waar hij nooit weg had mogen gaan.
DE GOEDE TELESCOOP VAN DE GEHEIMZINNIGE STER
De gebouwen waar Philippulus samenwerkte met professor Calys zijn geïnspireerd op die van het Meteorologisch Observatorium van Ukkel in Brussel.
Ten onrechte wordt vaak gedacht dat het model voor de telescoop in De Geheimizinnige Ster die van Mount Palomar in Californië was. In werkelijkheid was het project voor de grootste telescoop ter wereld nog niet gerealiseerd toen Hergé eind 1941 aan dit avontuur begon. Pas in 1947, vijf jaar na het einde van Kuifjes avontuur, werd de machine in gebruik genomen.
Dus... waar vond Hergé het formidabele instrument van Professor Calys? Volgens sommige astronomen lijkt het heel erg op de telescoop van het Amerikaanse Yerkes Observatory, vlak bij Chicago.
DUBBELSLAG
Het is niet de eerste keer dat we een dergelijke cohabitatie zien op een pagina van een kuifje-album – en het zal zeker niet de laatste keer zijn – maar pagina 20 van De Geheimzinnige Ster is op zichzelf al een toonbeeld van evenwicht tussen spanning, humor en wendingen.
Pff! Kapitein Haddock, zijn bemanning en alle passagiers van de Aurora ontkwamen op het nippertje aan de ontploffing van het schip door Philippulus, de krankzinnige astronoom. Maar de kwestie is nog niet opgelost: als het explosief in het water valt nadat het op de schedel van Kuifje is afgeketst, riskeert de gek, die zich boven in een mast verschuilt, een dodelijke val. Onze held Kuifje handelt moedig en probeert hem van zijn gevaarlijke positie te redden. Verspilde moeite! Zelfs het gezag van kapitein Haddock, de enige kapitein aan boord na God, kan de vastberadenheid van de ongelukkige man niet overwinnen. Kuifje heeft natuurlijk meer dan één truc achter de hand en van directe actie gaat hij over op sluwheid. Hij grijpt een megafoon en beveelt Filippus om terug te komen naar de aarde. En wonder boven wonder, het is God de Vader zelf die hem vraagt dit te doen!
Om een goede reden aarzelt Hergé niet om deze brutale identiteitsfraude in zijn scenario te verwerken, indirect veroorzaakt door de opmerkingen van kapitein Haddock. De lezer zal hierdoor minder beledigd zijn, omdat het proces winstgevend zal zijn. De gek gehoorzaamt braaf het bevel van "God" en wordt aan de voet van de mast opgepikt door twee ambulancechauffeurs. Zij haasten zich om hem terug te brengen naar het gesticht.En het doek sluit zich aan het eind van de eerste akte.
HADDOCK AA?
De volgende ochtend komen we bijeen om het vertrek van het schip, de Aurora, te bekijken, samen met vele omstanders. En in de menigte stonden de Jansens, voorafgegaan door Quick en Flupke. Een leuke knipoog van de artiest naar personages die maar één keer in het album te zien zullen zijn.
Wat de twee kinderen uit Brussel betreft, is het gemakkelijk te begrijpen dat zij tot een andere reeks van Hergé behoren; wat de twee politieagenten betreft, wilde de auteur hen duidelijk niet betrekken bij de intriges van deze reis naar de Noordelijke IJszee. De rest van de pagina kun je tot je nemen als... een goede oude whisky, een blended versie, precies zoals Kapitein Haddock hem het liefst drinkt!
Wij zijn blij met de ontdekking van deze buitengewone grap, waarin de oude vriend van Kuifje, prachtig gekleed in zijn marine-uniform en bovendien erevoorzitter van de Liga van Anti-Alcoholische Zeelieden, een schitterend boeket bloemen krijgt van twee leden van dit eervolle genootschap, terwijl tegelijkertijd en voor de verbaasde ogen van het drietal, matrozen meerdere kratten single malt aan boord van de Aurora laden!
REDACTIONELE REVOLUTIE
Het album van de profeet Philippulus, De Geheimzinnige Ster, verscheen in 1942 en is het eerste Kuifje-album in kleur.
Aan de vooravond van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had Louis Casterman, de uitgever van Hergé, nieuwe offsetdrukmachines aangeschaft waarmee de avonturen van Kuifje in vierkleurendruk konden worden gedrukt. Deze overstap naar kleur betekende echter ook dat het aantal pagina's in de albums moest worden teruggebracht, om een acceptabele verkoopprijs te kunnen handhaven. Hergé stond tot dan toe huiverig tegenover dit idee. "Ik ben zeer bang", dacht hij, "dat ik op deze manier uiteindelijk verhalen ga componeren en geen verhalen meer, die, ondanks de kleur, niet meer dezelfde aantrekkingskracht hebben als de huidige albums."
Begin 1942 liet Louis Casterman hem geen keus. Het verhaal van De Geheimzinnige Ster, in zwart-wit verschenen in de Belgische krant Le Soir, wordt in kleur gepubliceerd in een album van 62 pagina's.
Hergé realiseerde zich meteen hoeveel extra werk dit met zich mee zou brengen. Hij huurde de jonge inkleurster Alice Devos in en vroeg de hulp van Edgar P. Jacobs, de toekomstige schrijver van Blake en Mortimer, om de nieuwe Kuifje-albums in te kleuren.