Na "Bobbie - half engel", nu "Bobbie - half duivel". Met ontblote hoektanden, kwaadaardige ogen en overeind staande vacht, stelt hij zijn arme slachtoffer bloot aan de ergste verleiding: een bot van respectabele afmetingen. Kuifjes beste vriend kan het niet laten, zijn plichtsbesef vervliegt in de gure wind, net als de boodschap die hij moest overbrengen.
Maar de overwinning van het kwade zal van korte duur zijn, want ook al komt hij laat, Bobbie's berouw zal het tij keren.
HET IS NOOIT TE LAAT...
Als Bobbie een briefje krijgt met een door Kuifje geschreven verzoek om hulp, heeft het geen zin om te blijven wachten. Er staat werkelijk wat op het spel en de kleine metgezel van de held heeft dat goed begrepen. Daarom snelt hij, met het kostbare papier in zijn mond, naar het lama-klooster dat Sherpa Tharkey enkele uren eerder heeft ontdekt. Bobbie's vastberadenheid is zichtbaar en zijn rennen over de steile paden getuigt daarvan. Steeds opnieuw herhaalt hij de instructie voor zichzelf: "Neem dit briefje, neem dit briefje, neem dit..."
En plotseling verandert alles: een flink bot, een slechte ingeving en direct is de waardevolle boodschap net zo snel verdwenen als zijn goede voornemens. We worden geconfronteerd met de basisinstincten van Bobbie, gepersonifieerd door een rode duivel die rechtstreeks uit de hel van de honden komt. Maar Hergé houdt een oogje in het zeil en, berichtje of geen berichtje, we zijn op weg naar het klooster!
Bah! Bah! Dat bericht wacht wel! Maar zo'n bot kom je niet elke dag tegen
EEN DUO ALS GEEN ANDER
Samen ("Bobbie half-engel" en "Bobbie half-duivel") vormen ze een heel vreemd duo. Zeker het meest unieke beeldje uit deze hele collectie Kuifje-beeldjes. Als symbool van het kwaad en de schuldgedachten wordt Bobbie, de half-duivel, hier gepresenteerd in het gezelschap van het voorwerp van verleiding: het bot dat ervoor zorgt dat Bobbie zijn verstand verliest en hem er tijdelijk van weerhoudt zijn missie te volbrengen.
De zeer geslaagde modellering is direct geïnspireerd door de scène die onderaan plaat 45 is afgebeeld: een sterk moment in het verhaal waarin we het goede en het slechte geweten van Bobbie naast elkaar ontdekken.
Bobbie, de half-duivel, draagt hier een paar vleugels, die in de originele tekening ontbraken. Zou dit een deductie van de ontwerper kunnen zijn?
We kunnen ons dit voorstellen als we kijken naar de eerste verschijning van het duivelse wezen op bladzijde 19 van het verhaal. In de drie vakjes waar het verscheen, waren de vleugels duidelijk aanwezig...
Referentie
Jaar
Album
Pagina
Prijs
42236
2013
Kuifje in Tibet
45, D2
€ 22,50
BOBBIE, EEN ECHTE KLEINE DUIVEL
Bobbie, een duivel? Er bestaat geen twijfel over: hoewel hij Kuifje steeds vergezelt in zijn zoektocht naar goede en verloren zaken, is het de rol van Bobbie om de primaire impulsen te belichamen - ze worden vaak "dierlijk" genoemd - die alle levende wezens in beroering brengen, maar die Kuifje zelf niet kon overnemen.
Zodra Bobbie Moskou verlaat, vraagt hij voortdurend om eten, en alleen een herberg die "de zoetheid van het leven" representeert, biedt hem de mogelijkheid om van een lekker bot te genieten. Kuifje moet hem al waarschuwen: "Bobbie, eet niet te veel!". Tijdens zijn avonturen wordt Bobbie gegrepen door zijn voorouderlijke verlangens: rusten, zoveel eten als hij wil en jagen op prachtige botten en katten!
Als de drang te sterk wordt, maakt het niet uit wat Kuifje zegt: Bobbie blijft de kat achtervolgen, ondanks de schade die hij aanricht aan het kasteel van Molensloot. Hebzuchtig steelt hij de worsten van de zuurkool die de expeditieleden krijgen voorgeschoteld die op zoek zijn naar De Geheimzinnige Ster.
En terwijl dozen vol koekjes en flessen whisky op mysterieuze wijze verdwijnen op de Sirius, het schip dat op zoek is naar de schat van Rackham, zal Bobbie de diefstal van een hele kip, die hij uit het zicht heeft opgegeten, verbergen?
Naar het beeld van de mens?
Ook kan hij geen weerstand bieden aan de alcohol die uit een wagon druppelt in De Zwarte Rotsen, of de alcohol die Kuifje, om zo te voorkomen dat Haddock doorgaat met drinken, onder zijn neus zet in Het Geheim van de Eenhoorn. Ook Bobbie kan de verleiding niet weerstaan om in de vuilnisbak te snuffelen, ondanks het uitdrukkelijke verbod van Kuifje en het risico dat hij zijn neus snijdt aan een blikje krab.
Ook Bobbie kent over het algemeen geen bescheidenheid: als hij naar Congo vertrekt, paradeert hij voor de andere honden: "Ik was het zat om een klein, eentonig leven te leiden. Dus besloot ik op een leeuw te jagen". Uitspraken die contrasteren met zijn eeuwige verlangen naar rust en zijn onverholen angst wanneer het erop aankomt op de loer te liggen. En hij aarzelt niet om plaats te nemen op de troon die hem per ongeluk wordt aangeboden en zijn meester als een simpele onderdaan te behandelen...
Maar als dier, en dus ook als mens, wordt de hond door zijn instinct met dezelfde dilemma's geconfronteerd: Bobbie wordt meerdere malen gekweld door een gewetensdiscussie: moet hij toegeven aan zijn impulsen of, wat het verstand dicteert, zich juist ertegen verzetten?
DE ALLEREERSTE KEER
Voordat hij met zijn demonen werd geconfronteerd, was Bobbie nog zo wit als de ochtendsneeuw. Hij vergezelde Kuifje totdat deze uitgeput in elkaar zakte. Het kleine hondje luisterde enkel naar zijn moed en verjoeg een enorme yak, die aan de sjaal van de bewusteloze jonge verslaggever kwam knabbelen. Door een lawine raakte Kuifje verlamd en verstuikte zijn enkel. Bobbie was zijn laatste hoop. Hij kreeg de opdracht een S.O.S.-bericht over te brengen. naar het dichtstbijzijnde lama-klooster, toen een bot dat de duivel op zijn pad had gelegd, zijn geest begon te verstoren...
Als Bobbie wordt verleid, kan ze de verleiding niet weerstaan. Hij laat de boodschap door de wind meenemen, net als Hergé, die op dat moment in zijn leven de liefde voor zijn jonge coloriste niet meer kan bedwingen. Tegelijkertijd loopt de kunstenaar het risico dat zijn huwelijk in duigen valt. In de strijd tussen de engel en de duivel is de persoonlijkheid van Hergé duidelijk zichtbaar, en net als Bobbie weet hij uiteindelijk te overwinnen.
Daarom is het in Tibet dat Kuifje de beste herinnering zal achterlaten aan de auteur .
DE METAMORFOSE VAN BOBBIE...
De kleine foxterriër is volledig trouw aan zijn baas en volgt het goede pad, maar hij kan soms toch in de verleiding komen. Vooral als het om zoetigheid gaat...
Bobbie wordt vaak geconfronteerd met moeilijke keuzes: kiezen tussen de scepter van Ottokar, die als enige het koninkrijk Syldavië kan redden, of een mooi, smakelijk bot. Bobbie aarzelt, en grijpt het bot dan toch. Maar het is door te denken aan de waarschijnlijke reactie van Kuifje, die met drie bliksemschichten in zijn rechterhand zwaait en hem bedreigt met hellevuur, dat Bobbie uiteindelijk kiest voor de scepter en de kant van het goede, en zijn natuurlijke hebzucht verwerpt.
In Tibet staat Bobbie voor een soortgelijk dilemma: het hulpbriefje van Kuifje meenemen of knabbelen aan een flink bot? Deze keer geeft Bobbie toe aan de verleiding en het zal hem veel moeite kosten om zichzelf te verlossen. De monniken houden hem voor een dolle hond. In dit geval kostte Bobbie's hebzucht de held bijna het leven.
De les van Hergé is duidelijk: toegeven aan verleiding betekent jezelf blootstellen aan de meest duistere gevolgen. Om te laten zien hoe groot de verleiding is, materialiseert Hergé deze in een avatar van Bobbie, die in de duivel verandert. Tegenover het enigszins saaie engel-geweten, gekleed in een blauwe jurk met vleugels op haar rug, die voortdurend de woorden "plicht" zwaait en ons herinnert aan de gevaren, staat een rode duivel-sneeuwvlok met een gevorkte staart, bokkenpoten en gekartelde vleermuisvleugels. Zijn grijns is grotesk, zijn vacht staat overeind en zijn spraak is omgeven door de vlammen die in de hel branden. Op het eerste gezicht lijkt hij iets groter dan zijn alter ego. Zelfs de vorm van zijn neus verandert, hij wordt puntig, als een pijl!
Net als bij de scepter aarzelt Bobbie, zijn hoofd zwaait van rechts naar links. Hij proefde onschuldig het "water" dat uit Haddocks tas viel. Maar hij laat zich verleiden en rent weg om meer te drinken. Wanneer Bobbie half-engel oog in oog staat met de triomfantelijke duivel, met haar vuisten op haar heupen, kan ze niets anders doen dan zich terugtrekken en naar de "achterkant van het podium" verdwijnen...
HET ANDERE TWEEVOUDIGE GEZICHT VAN TIBET
In dit avontuur is er nog een ander personage dat een dubbele 'menselijke' natuur perfect illustreert: de Yeti zelf. Hij is grotendeels onzichtbaar en wordt in eerste instantie als 'afschuwelijk' beschouwd, omdat zijn reputatie hem vooruitsnelt: hij verslindt de dieren van plaatselijke herders en zou zelfs moorden hebben gepleegd.
Hij zal Tchang echter redden van de storm en in het laatste plaatje tekent Hergé de "migou" die huilt om Tchangs vertrek. De inkt verwijdert die tranen, maar Tchang is duidelijk: "Hij zorgde voor me. Zonder hem was ik gestorven van kou en honger. (...) Ik vroeg me soms af of het geen mens was."
HERGÉ HEEFT GEZEGD: "IK ACCEPTEERDE NIET ONBERISPELIJK TE ZIJN"
In Kuifje in Tibet hoort Bobbie stemmen, die van zijn meester Hergé. Hij wordt in deze fase van zijn leven heen en weer geslingerd tussen visioenen van de engel en van de duivel.
In de avonturen van Kuifje is Bobbie degene die de moraal blootlegt die het gedrag van de held en zijn auteur bepaalt. Toen Hergé in 1958 begon met het schrijven van het script voor Kuifje in Tibet, wilde hij zijn vrouw verlaten, maar tegelijkertijd kon hij niet zonder haar. Zijn nachten zitten vol nachtmerries. De kunstenaar wordt gekweld door zijn innerlijke leven. Moet hij zich schuldig voelen? Heeft hij dan geen recht op leven? Hij huilt vaak over het gebroken geluk van zijn huwelijk. Soms ziet hij in zijn onrustige dromen een verschrikkelijke kwelgeest en wordt hij doodsbang wakker, zonder te weten wat hij moet doen.
Welke route te nemen? Het is de vraag die Bobbie zich stelt op het moment dat Kuifje niet meer de kracht heeft om verder te gaan. De held voelt zich verloren en vertrouwt erop dat zijn trouwe metgezel hem zal redden. Maar Bobbie twijfelt over welke beslissing hij moet nemen. Zal hij het advies van de engel of van de duivel opvolgen?
De persoonlijke problemen van Hergé dwingen hem om zijn held in een onmogelijke zoektocht naar zuiverheid te plaatsen, in een poging zijn eigen schuldgevoel te verdoezelen. Zijn psychoanalist professor Franz Riklin waarschuwt hem dat hij het avontuur nooit zal voltooien als hij er niet in slaagt zijn demonen te verdrijven. "Voor mij was het een ramp." "Het besef ging niet zonder moeite", zou Hergé zeggen.
Bobbie komt hem tegelijk met Kuifje te hulp en zal in zijn plaats de duivel doden door de juiste keuze te maken: die van het leven. "Toen ik accepteerde dat ik niet meer onberispelijk was, werd het leven veel aangenamer en gemakkelijker", zou Hergé veel later bevestigen aan journaliste Numa Sadoul.
DE BESLISSENDE KIJK NAAR DE ANNAPURNA
Voordat hij aan zijn Tibetaanse avontuur begon, ontmoette Hergé in Parijs de legendarische bergbeklimmer Maurice Herzog, die net samen met Marcel Ichac een geïllustreerd boek had gepubliceerd over zijn verovering van de Annapurna. De avonturier vertelde hem over zijn herinneringen aan de beklimming, de moed van de Sherpa's, het leven in het basiskamp, de kou die een aantal van zijn vingers had aangetast...
Aan het einde van dit gepassioneerde interview droeg hij zijn boek op: "Aan meneer Hergé, in de hoop dat de omgeving van deze prachtige bergen zijn helden zal verwelkomen". Het is duidelijk dat deze discussie doorslaggevend was voor Hergé's keuze om Kuifje naar Tibet te sturen.
NEE TEGEN HET EFFECT VAN RUNDVLEES!
Hergé had besloten om Kuifjes avonturen in Tibet Le Museau de la Vache ("De Snuit van de Koe") te noemen, maar zijn uitgever dwong hem om commerciële redenen de titel te veranderen.
Begin 1958 deed Hergé onderzoek naar Kuifjes volgende avontuur in de Himalaya. De auteur stelt zich voor dat Kuifje de eerste mens is die de Yeti ontmoet. Om dit historische moment in scène te zetten, krijgt hij informatie van de directeur van Air India in Brussel. India was destijds een verplicht onderdeel van de luchtroute naar Tibet.
Hergé heeft de grote lijnen van het verhaal al in gedachten. Hij besloot een van de sleutelscènes van zijn nieuwe verhaal te situeren op de hellingen van De Snuit van de Koe, waarvan de top zo genoemd wordt omdat hij lijkt op de schedel van een herkauwer. Hij gaf zijn uitgever het idee dat deze berg een uitstekende titel zou zijn, maar Casterman onderdrukte zijn enthousiasme en maakte duidelijk dat Kuifje duidelijk op de cover moest staan. Er bestaat geen twijfel over: het toekomstige album zal Kuifje in in Tibet heten. Hergé Hergé zou zich met spijt laten overtuigen om De Snuit van de Koe op te geven, zo zou zijn officiële biograaf, Philippe Goddin, later opmerken.